Jeremia 6 preken
Jeremia 8 vers 6A | 31-12-1975 Oudjaardienst | NM Nijkerkerveen
Ik heb geluisterd en toegehoord, zij spreken dat niet recht is, er is niemand, die berouw heeft over zijn boosheid, zeggende: Wat heb ik gedaan?
Wat heb ik gedaan?
1. Een noodzakelijke vraag;
2. Een vraag die beantwoord moet worden;
3. De ernst van die vraag
Jeremia 8 vers 7 | 19-10-1980 | VM Boven-Hardinxveld
Zelfs een ooievaar aan den hemel weet zijn gezette tijden, en een tortelduif, en kraan, en zwaluw, nemen den tijd hunner aankomst waar; maar Mijn volk weet het recht des HEEREN niet.
We moeten weten:
1. De tijd waarop we moeten vertrekken;
2. De plaats waarnaar wij moeten vertrekken;
3. De weg waarlangs wij moeten vertrekken.
Jeremia 8 vers 20 | 05-11-1980 Dankdag | NM Boven-Hardinxveld
De oogst is voorbijgaande, de zomer is ten einde; nog zijn wij niet verlost.
1. Nog niet verlost;
2. Waarom nog niet verlost?
3. Wat is daaraan te doen?
Jeremia 13 vers 11 | Eind oktober | VM Boven-Hardingsveld
Want gelijk als een gordel kleeft aan de lenden eens mans, alzo heb Ik het ganse huis Israëls en het ganse huis van Juda aan Mij doen kleven, spreekt de HEERE, om Mij te zijn tot een volk, en tot een naam, en tot lof, en tot heerlijkheid; maar zij hebben niet gehoord.
1. Een eervol symbool;
2. Een noodlottig verzuim;
3. Een ernstig oordeel.
Jeremia 14 vers 3 – 4 en 22 | 11-03-1987 Biddag | NM Boven-Hardinxveld
En hun voortreffelijken zenden hun kleinen naar water; zij komen tot de grachten, zij vinden geen water, zij komen met hun vaten ledig weder; zij zijn beschaamd, ja, worden schaamrood, en bedekken hun hoofd. Omdat het aardrijk gescheurd is, dewijl er geen regen op de aarde is; de akkerlieden zijn beschaamd, zij bedekken hun hoofd.
Zijn er onder de ijdelheden der heidenen, die doen regenen, of kan de hemel druppelen geven? Zijt Gij die niet, o HEERE, onze God? Daarom zullen wij op U wachten, want Gij doet al die dingen.
1. De diepe afhankelijkheid van een mens;
2. De schrijnende nood van een mens;
3. De enige toevlucht van een mens.
Jeremia 36 vers 23 | 06-10-1985 | VM Boven-Hardinxveld
En het geschiedde, als Jehudi drie stukken, of vier gelezen had, versneed hij (= koning Jojakin) ze met een schrijfmes, en wierp ze in het vuur, dat op den haard was, totdat de ganse rol verteerd was in het vuur, dat op den haard was.
De zonde van koning Jojakin:
1. De aanleiding;
2. Het wezen;
3. Het gevolg.