Hoséa 12 preken
Hoséa 2 vers 14 | 25-10-1981 | NM Boven-Hardinxveld
En Ik zal haar geven haar wijngaarden van daar af, en het dal van Achor tot een deur der hoop; en aldaar zal zij zingen, als in de dagen van haar jeugd, en als ten dage, toen zij optoog uit Egypteland.
1. Herstelde zegen;
2. Herleefde hoop;
3. Hernieuwde blijdschap.
Hoséa 3 vers 5B | 25-09-1983 | VM Boven-Hardinxveld
En zij zullen vrezende komen tot de HEERE en tot Zijn goedheid, in het laatste der dagen.
1. Een onderscheid dat bedacht moet worden;
2. Een genade die bewaard moet worden;
3. Een zonde die betreurd moet worden.
Hoséa 4 vers 16 | 09-10-1983 | VM Boven-Hardinxveld
Want Israël is onbandig, als een onbandige koe; nu zal hen de HEERE weiden, als een lam in de ruimte.
De Heere wijst Israël:
1. op zijn zonde;
2. op Gods oordeel;
3. op Gods trouw.
Hoséa 5 vers 13 | 23-10-1983 | VM Boven-Hardinxveld
Als Efraïm zijn krankheid zag, en Juda zijn gezwel, zo toog Efraïm tot Assur, en hij zond tot de koning Jareb; maar die zal ulieden niet kunnen genezen, en zal het gezwel van ulieden niet kunnen helen.
1. Een zondaar die merkt dat er wat aan scheelt;
2. Hij zoekt genezing bij een verkeerde dokter;
3. Bij welke dokter zou hij het wel moeten zoeken?
Hoséa 7 vers 7 – 9 | 15-01-1984 | VM Boven-Hardinxveld
Zij zijn allen te zamen verhit als een bakoven, en zij verteren hun rechters; al hun koningen vallen; er is niemand onder hen, die tot Mij roept. Efraïm, die verwart zich met de volken; Efraïm is een koek, die niet is omgekeerd; Vreemden verteren zijn kracht, en hij merkt het niet; ook is de grauwigheid op hem verspreid, en hij merkt het niet.
1. De zonden van het volk;
2. Het verval van het volk;
3. De onwetendheid van het volk.
Hoséa 8 vers 7 – 9 | 15-07-1984 | VM Boven-Hardinxveld**
Want zij hebben wind gezaaid, en zullen een wervelwind maaien; het zal geen staande koren hebben, het uitspruitsel zal geen meel maken; of het misschien maakte, vreemden zullen het verslinden. Israël is verslonden; nu zijn zij onder de heidenen geworden, gelijk een vat, waar men geen lust toe heeft. Want zij zijn opgetogen naar Assur, een woudezel, die alleen voor zichzelven is; die van Efraïm hebben boelen om hoerenloon gehuurd.
1. De daden van de zondaar zijn verderfelijk;
2. De daden van de zondaar zijn vergeefs;
3. De daden van de zondaar zijn verdwaasd.
Hoséa 10 vers 1 – 2 | 29-07-1984 | VM Boven-Hardinxveld
Israël is een uitgeledigde wijnstok, hij brengt weder vrucht voor zich; maar naar de veelheid zijner vrucht heeft hij de altaren vermenigvuldigd; naar de goedheid zijns lands, hebben zij de opgerichte beelden goed gemaakt. Hij heeft hun hart verdeeld, nu zullen zij verwoest worden; Hij zal hun altaren doorhouwen, Hij zal hun opgerichte beelden verstoren.
1. De zonde van de ondankbaarheid;
2. De zonde van de dubbelhartigheid;
3. De gevolgen van die beide zonden.
Hoséa 11 vers 1 en Mattheüs 2 vs 14 - 15 | 31-12-1978 | VM Boven-Hardinxveld
Als Israël een kind was, toen heb Ik hem liefgehad, en Ik heb Mijn zoon uit Egypte geroepen.
Hij (=Jozef) dan opgestaan zijnde, nam het Kindeken en Zijn moeder tot zich in de nacht, en vertrok naar Egypte; En was aldaar tot de dood van Heródes; opdat vervuld zou worden hetgeen van den Heere gesproken is door de profeet, zeggende: Uit Egypte heb Ik Mijn Zoon geroepen.
1. Toegepast op Israël;
2. Toegepast op Christus;
3. Toegepast op de Kerk.
Hoséa 11 vers 3 | 23-09-1984 | VM Boven-Hardinxveld
Ik nochtans leerde Efraïm gaan; Hij nam ze op Zijn armen, maar zij bekenden niet, dat Ik ze genas.
1. Hoe God Efraïm leerde gaan (in de tijd van het Oude Testament);
2. Hoe God Zijn kinderen leert gaan (thans, nu, in het Nieuwe Testament);
3. Welke tegenwerking (tegenstand) God daarbij ondervindt.
Hoséa 12 vers 11B| 07-11-1984 Dankdag | NM Boven-Hardinxveld**
En door den dienst der profeten zal Ik gelijkenissen voorstellen.
De Heere spreekt door gelijkenissen:
1. Op elke dag;
2. In elk jaargetijde;
3. In elk beroep.
Hoséa 14 vers 4 | 03-02-1985 | NM Boven-Hardinxveld
Assur zal ons niet behouden, wij zullen niet rijden op paarden, en tot het werk onzer handen niet meer zeggen: Gij zijt onze God. Immers zal een wees bij U ontfermd worden.
Israël belooft niet meer te vertrouwen:
1. Op andere mensen;
2. Op zichzelf;
3. Op de afgoden;
4. Maar wel te vertrouwen op de ontferming van God.
Hoséa 14 vers 9B | 1979/1980 Dankzegging Heilig Avondmaal | NM Boven-Hardinxveld
Uw vrucht is uit Mij gevonden.
1. Uw vrucht;
2. Is uit mij gevonden;
3. Elkaar opwekken om die vrucht te zoek daar waar hij te vinden is.