Handelingen 8-28 21 preken
Handelingen 8 vers 5 en 9 en 14 | 20-06-1982 Dankzegging Heilig Avondmaal | NM Boven-Hardinxveld
En Filippus kwam af in de stad van Samaria, en predikte hun Christus.
En een zeker man, met name Simon, was te voren in de stad plegende toverij, en verrukkende de zinnen des volks van Samaria, zeggende van zichzelven, dat hij wat groots was.
Als nu de apostelen, die te Jeruzalem waren, hoorden, dat Samaria het Woord Gods aangenomen had, zonden zij tot hen Petrus en Johannes.
1. Een diaken in Samaria;
2. Een tovenaar in Samaria;
3. Een apostel in Samaria.
Handelingen 8 vers 34 – 35 | 09-06-1985 | VM Boven-Hardinxveld
En de kamerling antwoordde Filippus en zeide: Ik bid u, van Wien zegt de profeet dit, van zichzelven, of van iemand anders? En Filippus deed zijn mond open en beginnende van diezelfde Schrift, verkondigde hem Jezus.
1. Filippus en de kamerling vóór hun ontmoeting;
2. Filippus en de kamerling bij hun ontmoeting;
3. Filippus en de kamerling na hun ontmoeting.
Handelingen 9 vers 10 – 12 | 29-05-1988 | VM Boven-Hardinxveld
En er was een zeker discipel te Damaskus, met name Ananias; en de Heere zeide tot hem in een gezicht: Ananias! En hij zeide: Zie, hier ben ik, Heere! En de Heere zeide tot hem: Sta op, en ga in de straat, genaamd de Rechte, en vraag in het huis van Judas naar een, met name Saulus, van Tarsen; want zie, hij bidt. En hij heeft in een gezicht gezien, dat een man, met name Ananias, inkwam, en hem de hand oplegde, opdat hij wederom ziende werd.
1. Een man van de inwendige zending;
2. De zendingsopdracht die hij kreeg;
3. Een moeilijkheid waar hij tegen opzag.
Handelingen 9 vers 11B | 17-06-1979 Voorbereiding Heilig Avondmaal | NM Boven-Hardinxveld
Want zie, hij (=Saulus) bidt.
Het gebed van Saulus:
1. Het gebed dat Saulus bidt;
2. Een gebed dat onze aandacht verdient;
3. Een gebed dat door God wordt verhoord.
Handelingen 9 vers 18 | 02-06-1985 | VM Boven-Hardinxveld (verbeterde versie)
En terstond vielen af van zijn (=Saulus) ogen gelijk als schellen, en hij werd terstond wederom ziende; en stond op, en werd gedoopt.
1. Saulus had schellen aan de binnenkant van zijn ogen;
2. Die schellen kwamen op een gegeven ogenblik aan de buitenkant en hoe kwam dat?;
3. Die schellen vielen op een gegeven ogenblik af en hoe kwam dat?;
4. Wat zag hij daarna?
Handelingen 10 vers 14 | 27-05-1979 | NM Boven-Hardinxveld
Maar Petrus zeide: Geenszins, Heere! want ik heb nooit gegeten iets, dat gemeen of onrein was.
De oude natuur van Petrus:
1. Steekt weer de kop op;
2. Verzet zich tegen het Evangelie;
3. Wordt uiteindelijk overwonnen door het Evangelie.
Handelingen 12 vers 9 | ±1975 | NM Nijkerkerveen
En uitgaande volgde hij (=Petrus) hem (=de engel des Heeren), en wist niet, dat het waarachtig was, hetgeen door den engel geschiedde, maar hij meende, dat hij een gezicht zag.
Thema: Een werkelijkheid die de schijn heeft van een droom en een droom die de schijn heeft van een werkelijkheid.
Handelingen 12 vers 9 | 10-07-1988 | VM Boven-Hardinxveld**
En uitgaande volgde hij (=Petrus) hem (=de engel des Heeren), en wist niet, dat het waarachtig was, hetgeen door den engel geschiedde, maar hij meende, dat hij een gezicht zag.
1. Sommigen zien de werkelijkheid voor inbeelding aan;
2. en anderen zien hun inbeelding aan voor werkelijkheid.
Handelingen 12 vers 18 | 03-07-1983 | NM Boven-Hardinxveld
En als het dag was geworden, was er geen kleine beroerte onder de krijgsknechten, wat toch aan Petrus geschied mocht zijn.
1. Een haast onmogelijke verlossing;
2. Die leidt tot een grote beroering bij sommigen mensen;
3. Die leidt tot een grote gemoedsrust en kalmte bij sommige mensen.
Handelingen 13 vers 6 – 12 | 27-06-1982 | NM Boven-Hardinxveld
En als zij het eiland doorgegaan waren tot Pafos toe, vonden zij een zekere tovenaar, een valse profeet, een Jood, wiens naam was Bar-Jezus. Welke was bij de stadhouder Sergius Paulus, een verstandig man. Deze Barnabas en Saulus tot zich geroepen hebbende, zocht zeer het Woord Gods te horen. Maar Elymas, de tovenaar (want alzo wordt zijn naam overgezet), wederstond hem, zoekende de stadhouder van het geloof af te keren. Doch Saulus (die ook Paulus genaamd is), vervuld met de Heilige Geest, en de ogen op hem houdende, zeide: O gij kind des duivels, vol van bedrog, en van alle arglistigheid, vijand van alle gerechtigheid, zult gij niet ophouden te verkeren de rechte wegen des Heeren? En nu zie, de hand des Heeren is tegen u, en gij zult blind zijn, en de zon niet zien voor een tijd. En van stonde aanviel op hem een donkerheid en duisternis: en rondom gaande, zocht hij, die hem met de hand mochten leiden. Als de stadhouder zag, het geen geschied was, toen geloofde hij, verslagen zijnde over de leer des Heeren.
Hoe de stadhouder van Cyprus tot geloof komt:
1. Een gevaarlijke tegenstander;
2. Een heerlijke overwinning;
3. Een welgefundeerd geloof.
Handelingen 14 vers 7 – 10 | 23-08-1987 | VM Boven-Hardinxveld**
En verkondigden aldaar het Evangelie. En een zeker man, te Lystre, zat onmachtig aan de voeten, kreupel zijnde van zijner moeders lijf, die nooit had gewandeld. Deze hoorde Paulus spreken; welke de ogen op hem houdende, en ziende, dat hij geloof had om gezond te worden, Zeide met grote stem: Sta recht op uw voeten! En hij sprong op en wandelde.
1. De apostel Paulus die preekt;
2. De kreupele man die tot het geloof komt..
`
Handelingen 14 vers 9 – 10 | 24-06-1979 | VM Boven-Hardinxveld
Deze hoorde Paulus spreken; welke de ogen op hem houdende, en ziende, dat hij geloof had om gezond te worden, Zeide met grote stem: Sta recht op uw voeten! En hij sprong op en wandelde.
Het geloof van de kreupele te Lystre:
1. Wat aan zijn geloof vooraf ging;
2. Waarin zijn geloof bestond;
3. Het geestelijk onderwijs dat er voor ons in opgesloten ligt.
Handelingen 16 vers 14 | 21-06-1987 | VM Boven-Hardinxveld
En een zekere vrouw, met name Lydia, een purperverkoopster, van de stad Thyatira, die God diende, hoorde ons; welker hart de Heere heeft geopend, dat zij acht nam op hetgeen van Paulus gesproken werd.
De bekering van Lydia; vier factoren spelen daarbij een rol:
1. De voorzienigheid Gods;
2. Lydia zelf;
3. Paulus;
4. De Heilige Geest.
Handelingen 16 vers 31 – 34 | 19-07-1981 | NM Boven-Hardinxveld
En zij (=Paulus en Silas) zeiden: Geloof in den Heere Jezus Christus, en gij zult zalig worden, gij en uw huis. En zij spraken tot hem het woord des Heeren, en tot allen, die in zijn huis waren. En hij nam hen tot zich in dezelve ure des nachts, en wies hen van de striemen; en hij werd terstond gedoopt, en al de zijnen. En hij bracht hen in zijn huis, en zette hun de tafel voor, en verheugde zich, dat hij met al zijn huis aan God gelovig geworden was.
Geen uitstel bij de stokbewaarder:
1. In zijn komen tot het geloof;
2. In zijn belijden van het geloof;
3. In zijn bewijzen van het geloof.
Handelingen 19 vers 1 – 7 | 1983 | VM Boven-Hardinxveld
En het geschiedde, terwijl Apollos te Korinthe was, dat Paulus, de bovenste delen des lands doorreisd hebbende, te Efeze kwam; en enige discipelen aldaar vindende, Zeide hij tot hen: Hebt gij den Heiligen Geest ontvangen, als gij geloofd hebt? En zij zeiden tot hem: Wij hebben zelfs niet gehoord, of er een Heiligen Geest is. En hij zeide tot hen: Waarin zijt gij dan gedoopt? En zij zeiden: In den doop van Johannes. Maar Paulus zeide: Johannes heeft wel gedoopt den doop der bekering, zeggende tot het volk, dat zij geloven zouden in Dengene, Die na hem kwam, dat is, in Christus Jezus. En die hem hoorden werden gedoopt in den Naam van den Heere Jezus. En als Paulus hun de handen opgelegd had, kwam de Heilige Geest op hen; en zij spraken met vreemde talen, en profeteerden. En alle dezen waren omtrent twaalf mannen.
1. De grote onkunde;
2. Onderwijs dat door Paulus gegeven wordt;
3. De vruchten van het onderwijs.
Handelingen 20 vers 19, 31 en 37 | 04-11-1984 | VM Boven-Hardinxveld
Dienende den Heere met alle ootmoedigheid, en vele tranen, en verzoekingen, die mij overkomen zijn door de lagen der Joden.
Daarom waakt, en gedenkt, dat ik drie jaren lang nacht en dag, niet opgehouden heb een iegelijk met tranen te vermanen.
En er werd een groot geween van hen allen; en zij, vallende om den hals van Paulus, kusten hem.
De tranen van Paulus:
1. Tranen van lijden;
2. Tranen van liefde;
3. Tranen van droefheid.
Handelingen 24 vers 25 | NM Boven-Hardinxveld
En als hij handelde van rechtvaardigheid, en matigheid, en van het toekomende oordeel, Felix, zeer bevreesd geworden zijnde, antwoordde: Voor ditmaal ga heen; en als ik gelegenen tijd zal hebben bekomen, zo zal ik u tot mij roepen.
Paulus voor stadhouder Felix:
1. Paulus houdt hier een preek op drie punten;
2. Felix komt er zeer van onder de indruk;
3. Hij laat zich desniettegenstaande er niet door gezeggen.
Handelingen 25 vers 11 | 05-01-1992 Bevestiging ambtsdragers | VM Boven-Hardinxveld
Want indien ik (=Paulus) onrecht doe, en iets des doods waardig gedaan heb, ik weiger niet te sterven; maar indien er niets is van hetgeen, waarvan dezen mij beschuldigen, zo kan niemand mij hun uit gunst overgeven. Ik beroep mij op den keizer.
1. Paulus’ trouw aan God;
2. Paulus’ vrijmoedigheid voor de mensen;
3. Paulus’ beroep op de keizer.
Handelingen 25 vers 19 | 17-04-1983 | NM Boven-Hardinxveld
Maar hadden tegen hem (=Paulus) enige vragen van hun godsdienst, en van zekeren Jezus, Die gestorven was, Welken Paulus zeide te leven.
Christusprediking van Paulus:
1. Jezus als gestorven;
2. Jezus als opgestaan;
3. Jezus als levend.
Handelingen 26 vers 8 | 26-04-1992 | VM Boven-Hardinxveld
Wat? wordt het bij ulieden ongelofelijk geoordeeld, dat God de doden opwekt?
De opwekking der doden:
1. De moeilijkheid daarvan;
2. De moeilijkheid daarvan uit de weg ruimen.
Handelingen 28 vers 24 | 11-06-1989 | VM Boven-Hardinxveld
En sommigen geloofden wel, hetgeen gezegd werd, maar sommigen geloofden niet.
De prediking van Paulus in de stad Rome:
1. De omstandigheden;
2. De prediker;
3. De hoorders.