Genesis 24 preken
Genesis 1 vers 4A | 18-07-1982 | NM Boven-Hardinxveld
En God zag het licht, dat het goed was.
1. Het licht is geschapen;
2. Het licht is gezien;
3. Het licht is goed.
Genesis 3 vers 8 – 9 | VM Boven-Hardinxveld
En zij hoorden de stem van de Heere God, wandelende in de hof, aan de wind des daags. Toen verborg zich Adam en zijn vrouw voor het aangezicht van de HEERE God, in het midden van de geboomte des hofs. En de Heere God riep Adam en zeide tot hem. Waar zijt gij?
1. Gods komst tot Adam en Eva;
2. Is afbeelding van Gods komst als levendmakende God;
3. Is profetie van Gods komst als oordelende God.
Genesis 3 vers 15 | 2e adventszondag | VM Boven-Hardinxveld
En Ik zal vijandschap zetten tussen u en tussen deze vrouw, en tussen uw zaad en tussen haar zaad; datzelve zal u den kop vermorzelen, en gij zult het de verzenen vermorzelen.
De moederbelofte:
1. met het oog op Christus;
2. met het oog op onze voorouders;
3. met het oog op alle gelovigen.
Genesis 5 vers 24 | 25-11-1979 | NM Boven-Hardinxveld
Henoch dan wandelde met God; en hij was niet meer; want God nam hem weg.
1. Henoch's strijd;
2. Henoch's wandel;
3. Henoch's einde.
Genesis 8 vers 9 | VM Boven-Hardinxveld
Maar de duif vond geen rust voor het hol van haar voet; zo keerde zij weder tot hem in de ark; want de wateren waren op de ganse aarde; en hij stak zijn hand uit, en nam haar, en bracht haar tot zich in de ark.
De duif en de ark:
1. Waarom vloog die duif uit de ark weg?
2. Waarom vond zij geen rust buiten de ark?;
3. Waarom keerde zij naar de ark terug?.
Genesis 8 vers 22 | 12-03-1980 Biddag | NM Boven-Hardinxveld
Voortaan al de dagen der aarde zullen zaaiing en oogst, en koude en hitte, en zomer en winter, en dag en nacht, niet ophouden.
1. Een waarschuwing;
2. Een belofte;
3. Een garantie.
Genesis 9 vers 16 | 05-10-1986 | NM Boven-Hardinxveld
Als deze boog in de wolken zal zijn, zo zal Ik hem aanzien, om te gedenken aan het eeuwig verbond tussen God en tussen alle levende ziel, van alle vlees, dat op de aarde is.
Een eeuwig verbond:
1. De inhoud van dat verbond;
2. Het teken van dat verbond.
Genesis 11 vers 31B | 06-02-1986 | NM Boven-Hardinxveld
En Terah nam Abram, zijn zoon, en Lot, Harans zoon, zijns zoons zoon, en Sarai, zijn schoondochter, de huisvrouw van zijn zoon Abram, en zij togen met hen uit Ur der Chaldeeën, om te gaan naar het land Kanaän; en zij kwamen tot Haran, en woonden aldaar.
De roeping van Godswege tot Abram:
1. Half gehoorzaamd;
2. Geheel gehoorzaamd.
Genesis 16 vers 13 | 08-11-1981 | VM Boven-Hardinxveld
En zij (=Hagar) noemde den Naam des HEEREN, Die tot haar sprak: Gij, God des aanziens! Want zij zeide: Heb ik ook hier gezien naar Dien, Die mij aanziet?
1. Hagar’s ellende;
2. Hagar’s verlossing;
3. Hagar’s dankbaarheid.
Genesis 24 vers 1 – 8 | 22-09-1985 | VM Boven-Hardinxveld
Abraham nu was oud en wel bedaagd; en de HEERE had Abraham in alles gezegend. Zo sprak Abraham tot zijn knecht, den oudste van zijn huis, regerende over alles, wat hij had: Leg toch uw hand onder mijn heup, Opdat ik u doe zweren bij den HEERE, den God des hemels, en den God der aarde, dat gij voor mijn zoon geen vrouw nemen zult van de dochteren der Kanaänieten, in het midden van welke ik woon; Maar dat gij naar mijn land, en naar mijn maagschap trekken, en voor mijn zoon Izak een vrouw nemen zult. En die knecht zeide tot hem: Misschien zal die vrouw mij niet willen volgen in dit land; zal ik dan uw zoon moeten wederbrengen in het land, waar gij uitgetogen zijt? En Abraham zeide tot hem: Wacht u, dat gij mijn zoon niet weder daarheen brengt! De HEERE, de God des hemels, Die mij uit mijns vaders huis en uit het land mijner maagschap genomen heeft, en Die tot mij gesproken heeft, en Die mij gezworen heeft, zeggende: Aan uw zaad zal Ik dit land geven! Die Zelf zal Zijn Engel voor uw aangezicht zenden, dat gij voor mijn zoon van daar een vrouw neemt. Maar indien de vrouw u niet volgen wil, zo zult gij rein zijn van dezen mijn eed; alleenlijk breng mijn zoon daar niet weder heen.
1. Een moeilijke taak;
2. Bezwaren daartegen ingebracht;
3. Bezwaren overwonnen.
Genesis 24 vs 5 – 8 | Zomerperiode | VM Boven-Hardixveld
En die knecht zeide tot hem: Misschien zal die vrouw mij niet willen volgen in dit land; zal ik dan uw zoon moeten wederbrengen in het land, waar gij uitgetogen zijt? En Abraham zeide tot hem: Wacht u, dat gij mijn zoon niet weder daarheen brengt! De HEERE, de God des hemels, Die mij uit mijns vaders huis en uit het land mijner maagschap genomen heeft, en Die tot mij gesproken heeft, en Die mij gezworen heeft, zeggende: Aan uw zaad zal Ik dit land geven! Die Zelf zal Zijn Engel voor uw aangezicht zenden, dat gij voor mijn zoon van daar een vrouw neemt. Maar indien de vrouw u niet volgen wil, zo zult gij rein zijn van dezen mijn eed; alleenlijk breng mijn zoon daar niet weder heen.
1. Een moeilijke opdracht;
2. Een twijfelachtige vraag;
3. Een gelovig antwoord.
Genesis 25 vers 29 – 34 | 03-10-1982 | VM Boven-Hardinxveld
En Jakob had een kooksel gekookt; en Ezau kwam uit het veld, en was moede. En Ezau zeide tot Jakob: Laat mij toch slorpen van dat rode, dat rode daar, want ik ben moede; daarom heeft men zijn naam genoemd Edom. Toen zeide Jakob: Verkoop mij op dezen dag uw eerstgeboorte. En Ezau zeide: Zie, ik ga sterven; en waartoe mij dan de eerstgeboorte? Toen zeide Jakob: Zweer mij op dezen dag! en hij zwoer hem; en hij verkocht aan Jakob zijn eerstgeboorte. En Jakob gaf aan Ezau brood, en het linzenkooksel; en hij at en dronk, en hij stond op en ging heen; alzo verachtte Ezau de eerstgeboorte.
Het rode kooksel door Ezau:
1. Begeerd;
2. Betaald;
3. Gegeten.
Genesis 26 vers 29B | 08-06-1980 Voorbereiding Heilig Avondmaal| NM Boven Hardinxveld
Gij (=Izak) zijt nu de gezegende des HEEREN!
1. Een getuigenis dat door vijanden gegeven wordt;
2. Een getuigenis dat door God gegeven wordt;
3. Het gezegend zijn door God sluit de beproeving niet uit.
Genesis 28 vers 15 – 16 | 10-10-1983 | VM Boven-Hardinxveld
En zie, Ik ben met u, en Ik zal u behoeden overal, waarheen gij trekken zult, en Ik zal u wederbrengen in dit land; want Ik zal u niet verlaten, totdat Ik zal gedaan hebben, hetgeen Ik tot u gesproken heb. Toen nu Jakob van zijn slaap ontwaakte, zeide hij: Gewisselijk is de HEERE aan deze plaats, en ik heb het niet geweten!
1. De vlucht van Jakob;
2. Het droomgezicht van Jakob in Bethel;
3. De les die Jakob daaruit trok.
Genesis 32 vers 10 | 04-11-1987 Dankdag | VM Boven-Hardinxveld
Ik (=Jakob) ben geringer dan al deze weldadigheden, en dan al deze trouw, die Gij aan Uw knecht gedaan hebt; want ik ben met mijn staf over deze Jordaan gegaan, en nu ben ik tot twee heiren geworden!
1. Hoe Jakob gezegend werd;
2. Hoe hij zijn nederigheid tot uitdrukking bracht;
3. Hoe hij zijn dankbaarheid tot uitdrukking bracht.
Genesis 32 vers 29B | 27-11-1983 Dankzegging Heilig Avondmaal | NM Boven-Hardinxveld
En Hij zegende hem (=Jakob) aldaar.
1. Wat die zegen inhoudt;
2. Op welke plaats werd de zegen geschonken en genoten;
3. Zijn er nog meer plaatsen waar God Zijn kerk zegent?
Genesis 33 vers 9 – 11 | 01-11-1978 Dankdag | NM Boven-Hardinxveld
Maar Ezau zeide: Ik heb veel, mijn broeder! het zij het uwe, wat gij hebt! Toen zeide Jakob: Och neen! indien ik nu genade in uw ogen gevonden heb, zo neem mijn geschenk van mijn hand; daarom, omdat ik uw aangezicht gezien heb, als had ik Gods aangezicht gezien, en gij welgevallen aan mij genomen hebt. Neem toch mijn zegen, die u toegebracht is, dewijl het God mij genadiglijk verleend heeft, en dewijl ik alles heb; en hij hield bij hem aan, zodat hij het nam.
1. Een tevreden Ezau;
2. Een tevreden Jakob.
Genesis 35 vers 1 | 17-07-1988 | NM Boven-Hardinxveld
Daarna zeide God tot Jakob: Maak u op, trek op naar Beth-el, en woon aldaar; en maak daar een altaar dien God, Die u verscheen, toen gij vluchttet voor het aangezicht van uw broeder Ezau.
De nadere reformatie van het huis van Jakob:
1. De noodzaak daarvan;
2. De uitvoering daarvan;
3. De bevestiging daarvan.
Genesis 42 vers 1 - 2 | 1978 | NM Boven-Hardinxveld**
Toen Jakob zag, dat er koren in Egypte was, zo zeide Jakob tot zijn zonen: Waarom ziet gij op elkander? Voorts zeide hij: Ziet, ik heb gehoord, dat er koren in Egypte is; trekt daarhenen af, en koopt ons koren van daar, opdat wij leven en niet sterven.
De aartsvader Jakob:
1. berispt zijn zonen wegens hun nutteloze wanhoop;
2. wijst hen op een wel gegronde hoop;
3. wekt hen op tot een redelijke werkzaamheid.
Genesis 42 vers 25 | 28-10-1984 | NM Boven-Hardinxveld
En Jozef gebood, dat men hun zakken met koren vullen zou, en dat men hun geld wederkeerde, een iegelijk in zijn zak, en dat men hun teerkost gave tot den weg; en men deed hun alzo.
De broeder van Jozef kregen:
1. een harde behandeling;
2. toch teerkost op de weg;
3. eindelijk het beste deel.
Genesis 45 vers 1 – 5 | 24-04-1988 | NM Boven-Hardinxveld
Toen kon zich Jozef niet bedwingen voor allen, die bij hem stonden, en hij riep: Doet alle man van mij uitgaan! En er stond niemand bij hem, als Jozef zich aan zijn broederen bekend maakte. En hij verhief zijn stem met wenen, zodat het de Egyptenaren hoorden, en dat het Farao's huis hoorde. En Jozef zeide tot zijn broederen: Ik ben Jozef! leeft mijn vader nog? En zijn broeders konden hem niet antwoorden; want zij waren verschrikt voor zijn aangezicht. En Jozef zeide tot zijn broederen: Nadert toch tot mij! En zij naderden. Toen zeide hij: Ik ben Jozef, uw broeder, dien gij naar Egypte verkocht hebt. Maar nu, weest niet bekommerd, en de toorn ontsteke niet in uw ogen, omdat gij mij hierheen verkocht hebt; want God heeft mij voor uw aangezicht gezonden, tot behoudenis des levens.
De openbaring van Jozef gaat gepaard met:
1. Afzondering;
2. Vreze;
3. Vreugde.
Genesis 46 vers 1 - 4 | 15-06-1986 | NM Boven-Hardinxveld
En Israël verreisde met al wat hij had, en hij kwam te Ber-seba, en hij offerde offeranden aan den God van zijn vader Izak. En God sprak tot Israël in gezichten des nachts, en zeide: Jakob, Jakob! En hij zeide: Zie, hier ben ik! En Hij zeide: Ik ben die God, uws vaders God; vrees niet van af te trekken naar Egypte; want Ik zal u aldaar tot een groot volk zetten. Ik zal met u aftrekken naar Egypte en Ik zal u doen weder optrekken, mede optrekkende; en Jozef zal zijn hand op uw ogen leggen.
1. Het offer van Jakob;
2. De vrees van Jakob;
3. De vrees van Jakob weggenomen.
Genesis 49 vers 10 | 16-12-1984 | VM Boven-Hardinxveld
De schepter zal van Juda niet wijken, noch de wetgever van tussen zijn voeten, totdat Silo komt, en Denzelven zullen de volken gehoorzaam zijn.
1. Wat er gezegd wordt over Juda;
2. Wat er gezegd wordt over Silo;
3. Wat er gezegd wordt over de volkeren.
Genesis 50 vers 24 – 26 | 27-08-1989 | VM Boven-Hardinxveld
En Jozef zeide tot zijn broederen: Ik sterf; maar God zal u gewisselijk bezoeken, en Hij zal u doen optrekken uit dit land, in het land, hetwelk hij aan Abraham, Izak en Jakob gezworen heeft. En Jozef deed de zonen van Israël zweren, zeggende: God zal u gewisselijk bezoeken, zo zult gij mijn beenderen van hier opvoeren! En Jozef stierf, honderd en tien jaren oud zijnde; en zij balsemden hem, en men leide hem in een kist in Egypte.
Het stervensgeloof van Jozef:
1. De beproeving van dat geloof;
2. De beoefening van dat geloof.